De overheidscampagne, Bandenspanning, is er niet in geslaagd om zijn doelstellingen te behalen. Dat concludeert marktonderzoeker DVJ-insights op basis van een document van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het doel van de campagne was om automobilisten bewust te maken van het letten op de juiste bandenspanning, het blijkt dat dit al veel werd gedaan. 

Zo zijn veel automobilisten bewust van het belang van een juiste bandenspanning om veiliger te rijden en om minder brandstof te verbruiken. ‘Zeven op de tien automobilisten wist dit al’, stelt het onderzoeksbureau.

Ook moest de campagne ervoor zorgen dat meer mensen hun bandenspanning gingen controleren voordat ze een lange rit gingen maken. ‘Acht op de tien automobilisten wist al langer dat ze de spanning van hun banden moeten controleren voordat ze een lange rit maken’. Het ministerie stelt echter dat ‘de vanzelfsprekendheid om de bandenspanning te controleren als voorbereiding op een langere reis is niet verder is toegenomen’.

Doordat er geen bijzondere toename is in de mate waarin automobilisten bandenspanning controleren, concludeert het onderzoeksbureau dat de campagne niet geslaagd is.

De campagne

De actie richtte zich primair op het verhogen van de frequentie waarmee automobilisten hun bandenspanning controleren. Als secundaire doelstelling werd het correct oppompen van autobanden (met de juiste spanning) benadrukt. In plaats van aan te bevelen om elke twee maanden de bandenspanning te controleren voor veiliger, zuiniger en schoner rijden, werd het oppompen van de banden gekoppeld aan momenten die logisch zijn voor de automobilist.

De campagne werd goed herkend en zeer positief gewaardeerd, stelt het onderzoeksbureau. De kennis dat het nodig is om regelmatig de bandenspanning te controleren en waarom dit nodig is, is al langere tijd stabiel op een hoog niveau. ‘Het komt niet vaak voor dat kennis over veilig of duurzaam gedrag nog verder toeneemt. Het zal dus moeilijk zijn om een verdere stijging te realiseren’.