De bandensector is volop aan het veranderen en bedrijven moeten met deze veranderingen meebewegen om relevant te blijven. Herprofileringsbedrijven en hun toeleveranciers zijn hier geen uitzondering op, maar hoe ziet hun toekomst eruit?
Shih-Ming Gao, ceo van het Taiwanese Kaoming Industrial, vertelt dat vernieuwde banden vooral door grote industriële en transportvoertuigen gebruikt worden. Kaoming is gespecialiseerd in het maken van mallen en appratuur om banden te vernieuwen. Gao voorspelt dat de grootte van banden belangrijker gaat worden voor herprofileerders. “De afmetingen van de voertuigen worden steeds groter; daarom worden de bandenmaten parallel groter.
De apparatuur en technologie zijn erg belangrijk voor de industrie. Nieuwe modellen van apparatuur en technologie moeten worden geïmporteerd om het probleem van mankracht en draagkracht op te lossen.”
Ondanks moeilijkheden die de sector ondervindt ziet Gao de komende vijf jaar positief in. Dit baseert hij op het feit dat loopvlakvernieuwing bijdraagt aan duurzaamheid in de bandensector. Hij denkt verder dat met de groei van transportbedrijven zijn business ook een positieve impuls krijgt.
“De transportbedrijven zullen door stijgende kosten gedwongen zijn om de vernieuwde banden van hoge kwaliteit te kiezen. Zo verlagen ze hun eigen kosten en de economische druk die zij ervaren. Dat geldt ook de andere kant op. De transportindustrie is namelijk ook erg belangrijk voor de fabrieken van vernieuwde banden.”
Kansen
De Taiwanese ceo ziet verschillende kansen in de sector. Hij stelt dat bijvoorbeeld elektrische bussen voor meer problemen kunnen zorgen, omdat het extra gewicht banden sneller laat slijten. Daarentegen ziet hij dat ook direct als een voordeel voor zijn bedrijf. Nieuwe banden die sneller slijten zorgen namelijk ook voor meer omzet.
Als tip aan bandenfabrikanten vertelt hij dat ze alleen bandsterkte en slijtvastheid kunnen verbeteren, door de structuur en profielbreedte van hun producten te versterken. “Aan de andere kant nemen de vernieuwde banden het karkas van nieuwe banden als basis, dus er hoeft bij EV’s geen rekening te worden gehouden met de sterkte van de vernieuwde band. De sterkte van de vernieuwde banden is slijtvastheid.” De ceo stelt dat de hele sector continu aan het vernieuwen is.
Zo denkt hij dat aanpassingen aan bandenpatronen en het vervangen van rubber, door slijtvastere verbindingen, vervoerders zullen aansporen om toch steeds weer vernieuwde banden te kiezen.
Maar waar denkt Gao dat de meeste kansen voor bandenvernieuwers liggen? Ook op dit punt is Taiwanese ceo positief: “Fabrikanten van vernieuwde banden hebben wereldwijd uitstekende kansen. Persoonlijk denk ik dat je twee kanten op kan gaan: de ene is focussen op ontwikkelde landen. Daarentegen kan je ook de focus leggen op ontwikkelingslanden. Wij promoten onze merken in de ontwikkelde landen. Deze landen zijn toch al tientallen jaren blootgesteld aan vernieuwde banden. Daarom is het volgens mij makkelijker om hier de markt te betreden.”
Pyrolyse
Voor de verdere toekomst lijken er meer gevaren op de loer te liggen. Michelin en Goodyear hebben namelijk al hun eigen luchtloze banden gepresenteerd. Ook liet Hankook onlangs bij The Tire Cologne zijn tweede generatie i-flex-band zien. Volgens Felix Kinzer, woordvoerder van Hankook, maakt deze technologie bandenvernieuwers misschien onnodig in de verdere toekomst. Dat komt omdat deze banden volledig ‘omgesmolten’ en hergebruikt kunnen worden.
Gao denkt dat deze processen nuttig zijn voor afvalbanden, maar ziet de technologie niet als een directe bedreiging. “De investeringen en de technologieën staan nog in de kinderschoenen en kunnen nog lang niet de kwaliteit van vernieuwde banden vervangen. Daarnaast zijn we al ver op het gebied van duurzaamheid. We kunnen nu al op een veilige manier de karkassen van oude banden verwerken tot een vernieuwde band. Daarmee creëren we een nieuwe levenscyclus. De beschadigde banden die niet meer veilig zijn, kunnen bedrijven dan door middel van pyrolyse bewerken. De materialen voor nieuwe banden kunnen we dan terugwinnen. Ik zie deze technologie vooral als aanvulling op ons werken en streven naar duurzaamheid.”
