Goodyear gaat Amerikaans defensiebedrijf Lockheed Martin helpen om een ‘lunar mobility’-voertuig te ontwikkelen.
De bandenmaker hielp al tijdens de Apollo-missies banden voor de maanrovers te ontwikkelen. Die waren destijds met opzet gebouwd voor een paar dagen gebruik, binnen een straal van acht kilometer van hun landingsplaatsen. Toekomstige missies zullen ruig terrein over veel langere afstanden moeten doorkruisen, terwijl ze in grotere extreme temperaturen opereren. De nieuw te ontwikkelen banden moeten daarentegen jarenlang meegaan en de extreme temperaturen van de maan overleven. Op dit hemellichaam kan de temperatuur in de nacht terugvallen tot minder dan -156 graden Celsius. Daarnaast kan overdag het kwik oplopen tot meer dan 121 graden Celsius.
“NASA’s Artemis-programma, om op de maan te leven en te werken, heeft een duidelijke behoefte aan maanoppervlaktransport. We ontwikkelen deze nieuwe generatie maanmobiliteitsvoertuigen voor zowel NASA en voor commerciële bedrijven. Daarnaast kunnen zelfs andere ruimteagentschappen ze gebruiken, om wetenschappelijke activiteiten te ondersteunen”, vertelt Kirk Shireman, vicepresident van maanverkenning bij Lockheed Martin, in een persbericht.
Testen
Goodyear gebruikt zijn luchtloze bandentechnologie bij het ontwikkelen van de nieuwe banden. Deze technologie gebruikt het merk al op aarde voor micromobiliteit, autonome shuttles en passagiersvoertuigen. De bedrijven passen bestaande expertise toe op het project. Hieronder valt ook het testen van banden in een testbank die de maanbodem moeten simuleren.
“Ons doel is om mobiliteit mogelijk te maken, waar deze ook plaatsvindt. Alles wat we leren van het maken van banden voor de maan, helpt hierbij. Het is verder een eer om geschiedenis te schrijven met dit prestigieuze bedrijf dat, grote sprongen weet te maken op het gebied van exploratie en mobiliteit”, vult Chris Helsel, vicepresident Global Operations en cto bij Goodyear, aan. De bedrijven verwachten tegen 2025 hun eerste voertuig op het oppervlak van de maan te hebben.
