Bij personenwagens op winterbanden vertonen de banden minder vaak mankementen dan bij personenwagens op zomerbanden. Dit blijkt uit het Rolling Wheel onderzoek naar de staat van personenwagenbanden in Nederland, dat nu voor de derde keer is uitgevoerd door Vereniging Vaco. Voor het eerst is het onderzoek in de winter gehouden, maar de opzet is ongewijzigd.
Vaker gecontroleerd
Het onderzoek toont aan dat 42% van de voertuigen met zomerbanden ten minste één band heeft met een onregelmatige slijtage of een andere vorm van schade. Voor winterbanden is dat 14%. Volgens Branchemanager Edwin Brinksma is een oorzaak dat de gemiddelde leeftijd van winterbanden jonger is dan die van zomerbanden. “Maar de belangrijkste oorzaak is dat auto’s op winterbanden in de regel twee keer per jaar voor de bandenwissel in de werkplaats komen. De banden kunnen daarom vaker door een deskundige worden gecontroleerd op gevaarlijke gebreken. Deze twee controles zijn met recht een belangrijke positieve bijdrage aan de verkeersveiligheid.”
Onregelmatige slijtage
Het percentage personenwagens met minstens één onregelmatige slijtage of een schade is in februari 2014 met 9 procentpunten gedaald ten opzichte van juni 2013 en komt daarmee uit op 32%. 29% van de voertuigen heeft banden met beschadigde zijwanden en wielen, inrijdingen en sneeën in het loopvlak en foute montage. Ook hier is het percentage bij winterbanden (12%) weer veel minder schrijnend dan voor zomerbanden (38%).
Te weinig profieldiepte
1,5% van alle auto’s (ruim 122.000 voertuigen) staat op banden met een profieldiepte onder de wettelijk toegestane grens van 1,6 mm. Van het personenwagenpark (zomer- en winterbanden samen) blijkt 5,6% ten minste één band te hebben die zo slecht is dat de eigen veiligheid en die van de medeweggebruiker in het geding is. Het gaat om bijna 457.000 voertuigen. Bij zomerbanden is 7,2% een gevaar op de weg. Bij winterbanden is het 1,8%.